Waarom is dit belangrijk?
Klimaatverandering gaat steeds sneller en we merken het nu overal om ons heen. Waar we vroeger dachten dat het alleen gebeurde in verre landen, zien we nu ook in onze eigen steden en dorpen de gevolgen: hittegolven, zware regenbuien, overstromingen en andere extreme weersomstandigheden. Deze problemen kosten niet alleen veel geld, maar ook mensenlevens.
Om deze uitdagingen aan te pakken, moeten steden en regio’s maatregelen nemen. Enerzijds moeten we de uitstoot van CO2 verminderen om verdere schade te beperken (dit heet ‘mitigatie’). Anderzijds moeten we ons voorbereiden op de gevolgen die nu al voelbaar zijn, zoals het bouwen van betere waterafvoer om hevige regenval op te vangen (dit heet ‘adaptatie’).
Wat doet DECA
DECA wil nieuwe manieren vinden om klimaatverandering aan te pakken. Vooral het aanpassen van onze omgeving aan de nieuwe klimaatuitdagingen is belangrijk. Veel aanpassingen, zoals grotere afvoersystemen of groene daken, kosten veel geld en zijn vaak niet aantrekkelijk voor particuliere investeerders. Daarom is er extra steun nodig van de overheid.
Het doel van DECA is om nieuwe, slimme manieren van financieren te vinden voor deze aanpassingen. Zo kunnen investeringen toenemen, kosten dalen, en kunnen we sneller actie ondernemen.
Hoe werkt DECA?
Het DECA-project werkt samen met verschillende Europese steden en regio's, zoals Roermond, Oostende, Warschau en Lissabon. In deze steden delen experts hun kennis en ervaringen over wat werkt en hoe ze oplossingen kunnen betalen. Bijvoorbeeld in Warschau, waar ze innovatieve projecten zoals groene daken, zonnepanelen en regenwateropvangsystemen hebben bekeken.
DECA richt zich niet alleen op het uitwisselen van ideeën, maar ook op het versterken van de lokale gemeenschappen zodat zij zelf de beste oplossingen kunnen kiezen voor hun regio.
Wie zijn de partners in het project?
DECA werkt samen met partners uit verschillende Europese landen, waaronder Nederland, België, Polen, Zweden, Slovenië, Estland, Portugal en Italië. Deze regio's delen hun kennis en leren van elkaar om samen beter voorbereid te zijn op de effecten van klimaatverandering.